Vanaf Heden (LP 45rpm/CD)
muziek, tekst, vormgeving en spel: Paul Hoek
muziek, registratie en spel: Wouter Kors
geschreven in Amsterdam
opgenomen in de New Ground Studio te Utrecht
2014
1. Begin (instr.)
2. Schetsen
3. Eerste Liefde
4. Schrijfhand
5. Showman (instr.)
6. De Visser
7. Op Bezoek
8. Vanaf Heden
9. Voornemens (instr.)
10. Straks
11. Ik Draag Je
1. Begin (instrumentaal)
2. Schetsen
Ik las,
in het schijnsel van een kaars,
in de slapende stad,
in elk bestanddeel van de lucht,
binnenin mij,
waar onmogelijk iets groters kon verblijven,
de opstijgende regels van de verteller.
De vormen ontstonden
als een schets die traag verscheen op zwaar papier,
alleen door denkbeelden voltooid.
Voorbijgangers zag ik,
vaag omlijnd,
nauwelijks meetbaar,
gedragen op mijn atlas.
Aangegeven werd de neerslag,
die steeg uit mij omhoog.
Van alle beelden die ik verzon,
leken vele nooit vertoond.
Wensen die lang meegaan,
die wachten op vervulling,
geweven in het tapijt,
waarop ik stond.
Gewichtloos en vol verlangen,
vloeiden uit mijn hand,
op het grote wit,
‘s avonds in mijn huis.
3. Eerste liefde
Geheel intact is in mijn hart,
die avond dat wij samen waren.
Wij lagen daar als uitgewist.
Uit alle eerdere mensen voortgekomen.
Wij kenden niets wat op iets anders leek
in de kamer met het open raam.
‘Weet je het nog:
dat wij fietsten naast elkaar?’
Wij waren de wolken
en de bomen.
En niemand keek ons na.
Wij waren de aarde.
Of zo leek het.
O, straks zul je er weer zijn.
Want geheel intact is in mijn hart,
die avond dat wij samen waren.
4. Schrijfhand
Ik lig hier en ik ben niets.
Niemand weet van mijn bestaan.
Voor ik wordt geboren ben ik dag en nacht en dag.
Voorzichtig,
alsof de eerste keer,
sta ik soms nieuwsgierig op en vraag:
‘Waarom schrijfhand,
ben jij de vermoeide bedelaar?’
Ik sta hier en ik ben niets.
Niemand weet van mijn bestaan.
Rond een gat
hier in het ijs,
aan waar ik dagen wachtte op de dooi,
daar in de kleine cirkel,
waterkoud,
begreep ik plots de reden van dit ruw bestaan.
Ik hoorde,
zag,
en voelde mij een bodemschat.
Die nu zichtbaar werd,
hier in de warme zon,
die straalde
door de barsten in de ondergrond.
Voorzichtig,
alsof de eerste keer,
smolt ik langzaam weg en dacht:
‘Ik sta nu nog hier
en ik ben alles.
Iedereen weet van mijn bestaan’
Maar vergeet niet:
‘Voor ik word geboren en ook daarna
ben ik alreeds de hele mens.’
5. Showman (instrumentaal)
6. De Visser
Ik kom altijd terug,
zing jij tot de aarde.
Iedereen sterft, maar niemand is dood.
Ik kom altijd terug,
zing jij tot de aarde.
Iedereen sterft, maar niemand is dood.
Je kijkt nu naar de wolken,
in het water en naar jezelf.
en zinkt, en zinkt, en zinkt.
Ik kom altijd terug,
zing jij tot de aarde.
Iedereen sterft, maar niemand is dood.
Je kijkt nu door de wolken,
in de zon en in jezelf.
en zingt, en zingt, en zingt.
Ik kom altijd terug,
zing jij tot de aarde.
Iedereen sterft, maar niemand is dood.
Nu kijk je vanuit de wolken,
naar de wereld waarin je woont.
en zingt, en zingt, en zingt.
Ik kom altijd terug,
dat heb ik toch beloofd.
Iedereen sterft, maar niemand is dood.
7. Op Bezoek
Nu vraag je mij:
‘Wanneer kom je weer langs?’
En ik zeg:
‘Volgende week, dan ben ik vrij.’
Nu vraag ik aan jou:
‘Wanneer zie ik je weer?’
En jij zegt:
‘In een volgend leven, daar sowieso’
Maar dat duurt nog heel erg lang?
‘Ja, dat is waar.
Maar toch, de tijd gaat snel.
Dus wees sterk en geniet van dit bestaan.’
‘Oke, je hebt gelijk.
Maar de reis is soms best zwaar alleen.
Of is dat stom van mij dat ik dat vind?’
‘Ja, dus hou nu op en ga op weg.
En onthou dat ik jou het leven schonk.’
Je zit bij mij aan tafel
op je plek
daar aan het raam.
En je bent zo trots op het grote uitzicht
dat je vergeet te vragen:
‘Wanneer kom je nou weer eens bij mij langs eigenlijk?’
Ik zie je lopen aan het einde van de straat.
Het regent maar dat maakt je echt niks uit.
Je vindt het fijn alleen te zijn.
Want zonder jou zou ik niet bestaan.
‘s Avonds bel je en zegt:
‘Het was weer heel gezellig in jouw huis daar in de stad.
heb je het ook gezien daar op het water,
daar ligt een heel groot schip,
dat kan je zien vanuit jou keukenraam.’
‘Ja, dat is waar.
Ik zie het nu’.
‘En morgen: wat doe je dan?’
‘Niks, want alles gaat vanzelf!’
8. Vanaf Heden
Vanaf heden heb ik mijn zinnen op geluk gezet.
Vanaf heden deel ik mee voordat het begrepen wordt.
Vanaf heden ben ik man en vrouw.
Een steen,
die in de grond verdwijnt.
Die na lange tijd weer bovenkomt
op precies de juiste plaats.
Een steen,
een spons,
een stip aan de horizon die groter wordt.
Vanaf heden weet ik weer alles wat ik ooit dacht,
zie ik weer alles wat ik ooit zag.
Vanaf heden blijf ik bij mezelf.
Vanaf heden ben ik de vis die ving,
ben ik de vogel die mij groette met een vleugelslag.
Vanaf heden doe ik mij tegoed aan alles wat tegenkom.
Ga ik in het kielzog van de zwaartekracht de diepte in.
Vanaf heden treed ik in de sporen van de onbekende heldendaad.
Zwem ik in het water van de wereld.
Vanaf heden heb ik mijn zinnen op geluk gezet.
9. Straks
daar lig
daar sta
daar zit
daar loop ik dan
hier sta
hier zit
hier loop
hier lig ik dan
nu zit
nu loop
nu lig
nu sta ik dan
straks loop
straks lig
straks zit
straks loop ik dan
daar liggen
hier staan
nu zitten
straks lopen we lekker in de zon
daar staan
hier zitten
nu lopen
straks liggen we weer lekker in de maan
10 Voornemens (instrumentaal)
11. Ik Draag Je
Ik kan niet precies zeggen wat ik bedoel
maar toch probeer ik het bij deze:
‘Ik draag je
met beide armen.
Je bent licht
zo zonder ziel
zo zonder binnenland.
Ik sta buiten
en rook de sterren uit de hemel
op deze koude laatste dag
in dit land,
met jou.
Nu is het de volgende dag
en de lucht
gekleurd door sneeuw
hangt hoopvol voor het raam
Wij zijn verlicht en vrij.
Dragen bij ons wat belangrijk is
en gooien weg
dit avontuur.
Je bent iets anders geworden;
Vanaf nu ben jij ook mij.’